zeg sorry..

Als woorden die liefdevol kunnen spreken,
luidruchtig kwetsend razen.
Als handen die ooit konden troosten,
nu machteloos terugslaan.

Als tranen, bedoeld voor vreugde,
zich storten in verdriet.
Dan krijst een keel die zingen kon
op een dag zijn slechtste lied.

Trommelvliezen zullen scheuren
door een storm van klaaggezang.
Harten zullen koud verstenen,
onbereikbaar, kil en bang.

Wat ooit als onbreekbaar leek,
wordt verbrijzeld, stuk voor stuk.
Bloedverwanten, vreemden plots,
en wat verdwijnt, dat is geluk.

De kille echo van gemiste kansen

Het begint zo zacht, haast onzichtbaar,
een steen die traag het water raakt.
Rimpels rollen, golven groeien,
tot de branding alles kraakt.

Oude wonden worden scherven,
elke stem een dolkstoot diep.
Eenzaamheid als laatste wachter,
die zelfs hoop uit harten riep.

Een hand, ooit warm, sluit zich in woede,
een blik bevriest en keert zich af.
We zwijgen liever dan vergeven,
vasthoudend aan een valse straf.

De weg terug

Maar zelfs in kille duisternissen
schittert soms een sprankje licht.
Een woord, een blik, een hand, een fluister,
die een muur van haat doorbricht.

Een gebaar kan bruggen bouwen,
over afgrond, door de tijd.
Een stem kan breken zonder schreeuwen,
als ze durft te zeggen: spijt.

Dus aai en streel en kus en verander,
wees geen steen maar zachte hand.
Heb lief, bied troost en geef om anderen,
laat je hart niet worden verbrand.

Want boosheid of haat zal altijd verliezen
van genade en een mild gebaar.
Het is niet zwak om toe te geven,
maar juist de sterkte van elkaar.

Sta op, sukkel, en zeg gewoon sorry

Want als het vuur is uitgedoofd,
wat rest er dan, behalve as?
Wil jij een wereld zonder warmte,
waar liefde slechts een echo was?

Dus slik je trots en hef je handen,
breek het ijs en stap vooruit.
Soms ligt de sleutel tot de vrede
in een woord dat simpel luidt.

Sta op, sukkel, wees niet laf.
Zeg gewoon sorry. Het is nooit te laat.

5 comments

  1. Ik was 3 toen ik hem voor het eerst zag.. Een vreemde met bekende ogen, maar ik rende toch naar hem toe. We reden samen in een gele Ford busje naar het land van Oranje. Onderweg leerde ik van hem, mijn allereerste vreemde woordjes; ‘ik ben …’
    Wist toen natuurlijk nog niet dat ik ooit in de zelfde taal te horen zou krijgen; houd je bek jij, je bent veelste bijdehand, maar dat is even wat anders:))
    Jaren later dus en misschien net op tijd vertelde hij dat hij het nu ook in mijn ogen zag en op zijn beurt herkende…
    Trouwen doe je zeker niet meer en het hoeft ook niet hoor, zei hij. Ach papa, is er dan ergens nòg een vent dan??
    Waarom ben je toch weggegaan vroeg hij. Je woont ver weg en ik mis je… Jij sloeg ons genadeloos zei ik bitter. Heb ik heel goed gedaan was het antwoord.
    Ik mocht niet meer naar school van je zei ik. Klopt zei hij. Ik werd bang na het gesprek met je brugklas mentor (homo), je kwam voor anderen op.
    Jij zou later met spandoeken voorop de school kunnen gaan boycotten. Het einde van die tunnel is donker. Ik wilde je beschermen.
    De mensen zijn verward en in de boeken liegen ze, zei hij aan het einde.
    Want; jij was toen een kind van drie en ik nu een oude man. En wat we zien is het zelfde.
    Hij beloofde een hemel te gaan bouwen… Met een grote tuin waar er plek is voor iedereen.
    Ik kuste zijn baard en hij liet me achter met een laatste glimlach…

    Like

Geef een reactie