Kerst op het Binnenhof

Kerst 2024. De kerstboom stond opgesteld in de vergaderzaal van het ministerie van Algehele Verwarring. Glinsterende kerstballen weerspiegelden de ietwat gespannen gezichten van de ministers. Dit was niet zomaar een bijeenkomst, het was hét jaarlijkse kerstdiner. Iedereen was aanwezig, van de minister van Onvoorstelbare Innovaties tot de staatssecretaris van Bedilzucht en Bemoeienis.

Op het menu stond ambachtelijk bereide zondebokjes. Een op de licht getinte huid gebakken risee opgediend op een knapperig bedje van hemelse onderscheid en besprenkeld met een zoetzure fobie van ingetogen haat en pittige frenesie. Als velouté een wrange leugenpap op basis van stokkerige Maccabi nootjes die op hoge temperatuur zijn gesmoord in zoute jokkebrokjes. Door tob koks wordt deze bouillon ook wel likkebaardend ‘de Joodse penicilline’ genoemd.

De zondebok was nauwelijks aangesneden of PPV-minister Fabel van het ministerie van Vreemdelingenhaat begon: “Als we écht een betere wereld willen, dan vreten we voortaan geen zondebokken meer! Wat is er mis met onze eigen blanke kale kip? Hebben die dan geen vlees meer op hun botten?’

De minister van Traditionele Waarden hapte onmiddellijk toe. “Wit vlees is als tofu!” Onze cultuur draait om het creëren van zonnebokken! Voor de oorlog! Na de oorlog! De Gouden Eeuw! Bovendien zitten de gevangenissen nergens zo vol met onmensen en duivelskinderen uit andere oorden als bij ons! Dus heb een beetje respect voor de wortels en het gif van onze beschaving!” Elders aan tafel barste de honteusgestoorde oudvrouwe van Krankzinnig tot Jorum hard in lachen uit.

Aan het hoofd van de tafel zat ook premier Knotwilg, die zijn titel vooral te danken had aan zijn talent om als een wilg met elke wind mee te buigen. Zijn stoel kraakte onder de gewichtige lading van zijn neutraliteit. Voor hem stond een glas rode wijn, die hij behoedzaam nipte alsof hij bang was om met één slok zijn partijpolitiek te verraden. Staatssecretaris van Budgettaire Beperkingen roerde geïrriteerd in zijn glaasje water. “Eigenlijk hadden we dit hele diner moeten schrappen. Weten jullie wel wat een zondebok kost in tijden van inflatie? We hadden net zo goed zoetzuur gemarineerde liegbeestjes op tafel kunnen zetten!.” Minister van Ecologische Excessen sprong er bovenop. “Precies! Denk eens aan de CO2-voetafdruk van die zondebok! En die liegbeest trouwens ook”. Intussen had de minister van Defensieve Retoriek zijn mes stevig in een zondebok gezet, alsof hij een geopolitieke vijand te lijf ging. “Nou ja, iemand moet het doen”, mompelde hij, ‘anders is hun identiteit voor niets zo smakelijk gepekeld’. De sfeer aan tafel begon ongemakkelijk te worden, zoals een potje Scrabble dat eindigt met een ruzie over het woord ‘kwat’. Het enige geluid dat nog klonk, was het tikken van de kerstklok en het gekraak van wat geroosterde Maccabi nootjes die nerveus werden weg geknabbeld.

Tot plots de staatssecretaris van Volstrekte Onzin op stond. Hij hief zijn glas en sprak: “Laten we niet vergeten waarom we hier zijn. Het is kerst. Een tijd van vrede, liefde, en samenzijn. Een tijd waarin we onze verschillen aan de kant schuiven en elkaar héél eventjes als medemens zien”. Een moment van stilte volgde. Waarna de minister van Progressieve Vergezichten snoof. “Typisch. Dat zeg je alleen maar omdat je net hebt zitten smikkelen van het antisemitische DNA dat met de paplepel in die zondebok is gegoten. Hypocriet!”

De premier stond nu ook op. Hij keek de tafel rond, zijn gezicht liet een mengeling van gelatenheid en lichte amusementswaarde zien. Zijn goed gevulde oogzakjes keken strak naar voren. “Ik stel voor,” zei hij, “dat we dit zien als een prototype. Volgend jaar evalueren we en sturen we bij. Maar voor nu, fijne feestdagen.” Iedereen zuchtte opgelucht, behalve de staatssecretaris van Evaluatie en Oeverloze Vergaderingen, die alvast begon te noteren voor het beleidsdocument Kerst 2.0. En zo liep het kerstdiner ten einde, met meer kruimels op tafel dan op de borden, en meer vragen dan antwoorden. Maar hé, wat wil je ook, als je een regering hebt van mensen die totaal de weg kwijt zijn.

Fijne kerst!

13 comments

    1. Tja..lief..soms zou ik dat wel willen. Maar als je over actuele problemen schrijft dan is het morgen achterhaald. Bovendien word ik door te weinig mensen gelezen, dus ik heb er niet zoveel vertrouwen in:)

      Like

  1. Briljant en dat is een woord dat ik zelden gebruik, Sylvia. Wat een explosie van creatief taalgebruik. Ergens deed het me een beetje aan Toon Hermans denken in die zin dat je nog in een deuk ligt om de ene grap of je hebt de volgende al om je oren… Bij jou gold dat niet voor iedere zin, maar meer voor iedere regel of zelfs daar binnen! “Tob kok” vond ik de mooiste vondst, maar onder voorbehoud, want deze column ga ik zeker herlezen en ja: uitprinten…

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie op Anoniem Reactie annuleren