Zelensky: Een Held van de Moderne Tijd

Godverdomme, wat een farce. Daar sta je dan, op het schoolplein van het wereldtoneel, waar de grootste pestkoppen regeren en de regels geschreven worden in stoere praat en angstaanjagende dreigementen. Daar midden op het schoolplein, met gescheurde kleren en een vuile rugzak, staat Zelensky. Een doodnormale jongen die net iets te klein is om zich fysiek te verdedigen en die te koppig is om te knielen. “Waarom kom je hier bedelen, Zelenski?” sneert J.D. terwijl hij een klodder kauwgom tegen de muur kwakt. Zijn beste vriend Donald lacht zijn typische bulderlach. Het is de lach van een pestkop die toch weet dat niemand hem durft tegen te spreken. “Misschien moet je het gewoon opgeven, kleine man,” zegt hij. “Niemand vindt je nog interessant.”

Je suis, geen idee wie

VVD-Kamerlid Bente Becker kwam afgelopen week met een motie voor het openen van een jacht op migranten die óók Nederlands zijn. Als het aan Bente van ‘De-Strak-In-De-Leren-Laarzen-Liga’ ligt worden de normen en waarden van deze specifieke groep ‘Nederlanders’ voortaan vastgelegd in een allochtonenmonitor.

Kerst op het Binnenhof

Het was die tijd van het jaar. De kerstboom stond opgesteld in de vergaderzaal van het ministerie van Algehele Verwarring. Glinsterende kerstballen weerspiegelden de ietwat gespannen gezichten van de ministers. Dit was niet zomaar een bijeenkomst, het was hét jaarlijkse kerstdiner. Iedereen was aanwezig, van de minister van Onvoorstelbare Innovaties tot de staatssecretaris van Bedilzucht en Bemoeienis. Dit was geen normaal etentje met collega’s maar een slagveld met een tafelschikking.

Op het menu stond ambachtelijk bereide zondebokjes. Een op de licht getinte huid gebakken risee welke op een knapperig bedje van onderscheid en verschil  zou worden opgediend in een zoetzure fobie van haat en razernij. Als velouté een wrange leugen pap op basis van bikkelharde Maccabi nootjes welke op een hoge temperatuur waren gesmoord in zoute jokkebrokjes. Door tob koks wordt deze bouillon ook wel likkebaardend ‘de Joodse penicilline’ genoemd.

Beste Henk,

Ik las je teleurstelling gisteren op X na de EK wedstrijd Nederland tegen Oostenrijk. Het was inderdaad niet om aan te gluren. Geen pit. Geen strijd en voortdurend balverlies. Het hoogtepunt van de wedstrijd werd een schitterend maar eigen doelpunt. Bij ons thuis vlogen de bitterballen door de woonkamer.

Terwijl analisten over elkaar heen buitelden om verklaringen te zoeken voor de wanprestatie van Oranje wist jij allang precies hoe dit kon gebeuren. Enthousiast deelde jij je vondst op X en vertelde je aan iedereen die het maar horen wilde dat het hoog tijd is dat trainer Koeman eindelijk weer eens échte Hollandse jongens gaat opstellen.

Kritiek op de islam is geen racisme. Ik ben een reliïst!

Het is tijd dat we de Nederlandse taal uitbreiden met nieuwe woorden voor fenomenen die niet nog in de Nederlandse taal kunnen worden uitgedrukt. Het gebrek aan Nederlandse woorden zorgt voor spanningen in het debat omdat niet in taal kan worden verwoord wat men eigenlijk wil zeggen. Het gebrek aan formulering zorgt ervoor dat gesprekken haperen, persoonlijke afwijzingen worden gevoeld en belangrijke onderwerpen radicaal vervuilt raken.

Racisme is zo’n woord. Het wordt voortdurend gebruikt tegenover mensen die kritiek leveren op de islam. Mensen die religieus kritisch zijn of niets op hebben met de islam zouden nationalisten of racisten zijn. Al worden ze weer niet racistisch of nationalistisch genoemd wanneer zij kritiek leveren op het christen- of jodendom. We missen dus duidelijk een uitdrukking. Een woord dat nodig is om te noemen waarin we ons herkennen.

Daarom introduceer ik het woord reliïsme.

1 2 3 4 5 20