de schatkaart

Niet veel, maar ze krijgt er wel iets van mee. Het drama van de bootvluchtelingen. Niet erg, maar ze is er wel een beetje nieuwsgierig naar, dus stelt ze vragen. Normale vragen. Vragen zoals alleen kinderen van zes jaar ze kunnen stellen. Maar hoe simpel ze ook lijken, het lukt me niet om ze te beantwoorden. Het zijn ‘waarom’ vragen, die niet met ‘daarom’ antwoorden beantwoord kunnen worden. Op de peuterspeelzaal is haar namelijk geleerd dat ‘delen’ belangrijk is. Op de kleuterschool leerde ze dat iedereen gelijk is en nu ze op de lagere school zit wordt haar leert dat je elkaar moet helpen.

Ik denk niet dat ze het zou begrijpen dat grote mensen,  mensen in nood helemaal niet helpen en dat eigenlijk niemand met hen wil delen. Ik denk niet dat ze het met mij eens zou zijn als ik haar zou vertellen dat vluchtelingen niet zijn aan ons en dat er eigenlijk niemand meer in ons landje past. Het zou haar wereldbeeld verbrijzelen en de mijne doen afsterven als ik haar zoiets moest vertellen. Ze is onbaatzuchtig en ik wil dat ze zo blijft.

Laatst dreef er een beestje in haar glas met limonade. We houden allebei niet van beestjes en al helemaal niet in onze limonade. Ze slaakte een kreetje van ontzetting maar al snel zat ze het spartelende beestje nauwkeurig te bestuderen. Hij kan niet zwemmen, merkte ze op waarna ze snel naar buiten liep om een stokje te pakken. Het uitgeputte diertje kroop er dankbaar op en zocht snel naar een droger plekje hoger op het stokje richting haar hand. Dat vond ze eng. Ze slaakte opnieuw een kreetje, ditmaal van de schrik. Het stokje en het diertje vielen op de grond. Nu lag het diertje op zijn rug en spartelde met zijn pootjes in de lucht. Hij kan zelf niet overeind komen, merkte ze aandachtig op waarna ze met het stokje het diertje houvast gaf en hem zorgvuldig weer op zijn pootjes hielp. Breng hem maar naar zijn moeder, zei ik haar. Verbaasd keek ze me aan alsof ze wilde zeggen: heeft hij een moeder? Ze stelde de vraag niet, maar bracht het diertje naar buiten ergens op een plek waar misschien zijn moeder zit.

Die avond met het naar bed brengen zegt ze vastbesloten: ‘Mam, we moeten die mensen gaan helpen!’.
Ik knik.  “Maar hoe dan?”
“Nou, ik maak een landkaart en teken daarop een schat! die sturen we dan op en als ze de schat vinden, zijn ze rijk! net zoals wij!” Ik vind het een briljant idee! “Kom laten we dit nu gaan doen!”
‘Maar moet ik niet naar bed dan?’ vraagt ze met een ietwat geparentificeerde blik in haar ogen.
“Nee, nu niet, slapen is voor zwakkelingen! Wij hebben belangrijkere zaken aan ons hoofd!”

Uitgelaten springt ze uit haar bed en op een drafje volgt ze me naar beneden. Ik vul haar glas met limonade en zet de tekendoos klaar. Ze vind het leuk en extra spannend en ik zie hoe ze heel geconcentreerd een prachtige landkaart maakt. Met eten voor iedereen en met bomen om onder te schuilen. Ik zie hoe ze geeuwt en in haar ogen wrijft. God wat hou ik van dit meisje. Dan tekent ze een schat met gele muntjes. En voor de zekerheid een tweede schat, voor als ze die eerste niet kunnen vinden.

“Morgenochtend doen we hem op de bus, toch mam?”

“Dat is goed lieverd”

“Maar naar wie stuur je het dan op?”

Daar moet ik even over nadenken.

“Zullen we de Koningin doen? die weet vast wel waar de vluchtelingen zijn!”

“Oke mam, mag ik dan nu naar bed?”

“Hm..vooruit dan maar. Klim maar op mijn rug”

One comment

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s